Ben jij andragogisch competent?
Veel leraren kijken verbaasd als ik zeg dat ik andragoog ben. Dat is de veranderkunde van volwassenen, leg ik uit. O, dat gaat dus over mij, zie ik ze denken.
In de nieuwste beroepsstandaard voor de IB’er staat ‘Andragogisch competent’ als eerste vermeld. Dat vraagt nogal wat van de communicatieve, adviserende én coachende vaardigheden van de IB’er. En dat is weer noodzakelijk om het onderwijs, in het bijzonder voor de kinderen met onbegrepen onderwijsbehoeften, passend te maken.
Er zijn boekenkasten vol geschreven over het veranderen van je eigen gedrag en het gedrag van anderen. In mijn dagelijks werk met IB’ers heb ik vijf basisbegrippen ontdekt, die het verschil maken als je andragogisch competent bent. Deze bespreek ik aan de hand van een praktijkcase.
Andragogie is een vak apart, zou je zelfs kunnen stellen. Er valt zoveel te ontdekken over hoe je als IB’er bij kunt dragen aan de gedragsverandering van leraren, dat we daarvoor een speciale opleiding hebben ontwikkeld.
Vijf wezenlijke andragogische basisprincipes
De basisprincipes licht ik toe door in te gaan op het probleem dat leerkracht Eva heeft met Sofie.
Sofie, van groep 5, hoort niet goed. Dat gaat in de klas nu goed. Sofie is sociaal minder zelfredzaam. Als ze iets wil, bijvoorbeed bij Tim in het projectgroepje, roept ze dat in het algemeen. Als Tim het niet hoort en niet reageert, is Sofie verdrietig. Eva praat er met Sofie over, tot nu toe zonder merkbaar resultaat. Eva merkt dat ze hierover geïrriteerd raakt.
1. Begin bij de beleving van de leraar
De IB’er is, op verzoek van Eva, komen kijken in de klas. Zij heeft het voorbeeld gezien, zo ook de irritatie van Eva en de verdrietige hulpeloosheid van Sofie.
Aansluiten doe je door de leraar te vragen hoe zij de situatie en de worsteling van Sofie ervaart. Dat kun je goed doen door als een ‘OEN te LSD-en en OMA’ thuis te laten. Als de IB’er en Eva inzicht in de situatie hebben, kun je de volgende stap zetten.
2. Focus je op het leerkrachtengedrag
Voor Eva is Sofie’s manier van voor zichzelf opkomen, het probleem dat ze graag opgelost wil zien. Eva schat in dat de oorzaak van het probleem van Sofie niet bij haar als leerkracht ligt. Ook al weet Eva dat zij er als leerkracht toe doet; zij kiest er bewust voor Sofie niet te helpen. Door haar te helpen, zou Sofie namelijk niet leren zelf het probleem op te lossen.
De leerlingbespreking begint bij Sofie. Essentieel is om de beleving van de leerkracht er in mee te nemen. De andragogische competentie van de IB’er gaat over het veranderen van het leerkrachtengedrag. Als Eva haar eigen aandeel kent, kan zij haar gedrag veranderen. Hoogstwaarschijnlijk verandert het gedrag van Sofie mee.
Vanuit dit perspectief is de naam ‘Leerlingbespreking’ misleidend. Wat vind je van ‘Leerling-leerkracht-bespreking’? Daarmee wordt de bespreking voor leerkracht en IB’er uitdagend.
3. Laat de ander zelf kiezen uit verschillende oplossingen
Eva ontdekt wat haar irriteert. Sofie’s moeder heeft Eva gevraagd Sofie te leren sociale situaties zelfstandig op te lossen. Terwijl de moeder van Sofie zelf wel meteen reageert als Sofie hulpeloos kijkt, zo viel Eva bij een huisbezoek op. Samen met moeder een lijn uitzetten zal Sofie goed doen, schat Eva in. En niet alleen Sofie. Maar hoe brengt ze deze boodschap over aan de moeder, op een manier die de moeder ook kan ontvangen? Eva merkt dat ze tegen het gesprek opziet.
Bedenk met elkaar 10 verschillende mogelijke oplossingen. En laat de leerkracht kiezen. Het kan er 1 zijn, het kan een combinatie van meerdere mogelijkheden zijn. De oplossing moet iets nieuws bevatten. Want als je doet wat je al deed, krijg je het resultaat wat je tot nu toe hebt gehad. Ik vraag de ander eerst zelf naar oplossingen. Want ieder houdt toch met meeste van zelf gevonden oplossingen.
4. Zoek naar ‘sleutelgedrag’
Op de vraag wat Eva nodig heeft om het gesprek met moeder tot een goed einde te brengen, heeft Eva meteen haar antwoord klaar. “Ik moet het gesprek heel goed voorbereiden, als ik dat doe, gaat het me lukken met Sofie’s moeder tot goede afspraken te komen”. Eva belt haar morgen.
Een verrassende keuze voor de IB’er. De voorbereiding op het gesprek is de sleutel om het gesprek met moeder te voeren. Sleutelgedrag is de eerste kleine stap die nodig is, op weg naar een verandering. In dit geval is een goede voorbereiding dat wat Eva ondersteunt. Samen nemen ze het gesprek door.
5. Gedragsverandering kost tijd
De IB’er vraagt Eva na een week naar de behaalde resultaten, Eva is enthousiast en geeft aan dat er met moeder afspraken zijn gemaakt.
Het is essentieel de vinger aan de pols te houden. Want weet je dat gedragsverandering bij volwassenen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, minimaal 66 dagen in beslag neemt? Ruim twee maanden! En dat geldt in dit geval voor Eva en de moeder van Sofie. Eenmaal afgesproken is niet het zelfde als het daadwerkelijk doen. Daar gaat tijd overheen. Dat geldt voor alle veranderingen, dus vraag niet teveel tegelijk en verdeel de verandering in kleine stappen.
Tot slot
Helpt dit blog je in jouw dagelijkse praktijk? Ik schrijf het voor jou als IB’er en wil dus graag aansluiten bij jouw werk. Is het niveau goed, of is het te moeilijk of te makkelijk?
Geef hieronder je reactie! Ik stel je feedback zeer op prijs! Als dank voor je reactie mail ik je de cirkel van het resultaatgericht adviseren en resultaatgericht coachen.
Reactie toevoegen
Wat leuk, Een blog voor ib'ers! Het draait in ons vak inderdaad vooral om de andragogische competentie! We zijn de hele dag aan het communiceren, adviseren en vooral aan het coachen van volwassenen. Fijn dat daar aandacht voor is. Ik ga met veel belangstelling en aandacht de andere blogs lezen.
Het niveau is helemaal goed en sluit heel mooi aan bij de dagelijkse praktijk. Ik ontvang heel graag de cirkel van het resultaatgericht adviseren en coachen. Alvast mijn hartelijke dank!